Door: Sonja de Winter - De VerzuimAdvieslijn


Op 14 september 2016 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het voorstel van Minister Schippers (Kamerstuk 33 980: Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving) dat zorgverzekeraars de mogelijkheid geeft het medisch dossier van patiënten in te zien als ze vermoeden dat er gefraudeerd wordt.

Volgens minister Schippers ondermijnt fraude de solidariteit waarop ons zorgstelsel is gebaseerd, doet het afbreuk aan de publieke belangen die we met ons zorgstelsel willen borgen en dient fraude derhalve te worden aangepakt.

De fraude die het voorstel van de minister beoogt te helpen terugdringen betreft voornamelijk fraude die wordt gepleegd door zorgaanbieders. Hier zouden verschillende vormen van fraude zijn te herkennen. Soms zou het geleverde zorg betreffen die gedeclareerd wordt tegen een te hoog tarief; er zouden regelmatig signalen zijn dat een zorgaanbieder een tarief in rekening brengt bij een ziektekostenverzekeraar terwijl er helemaal geen zorg is geleverd; en de geleverde zorg zou niet altijd nodig zijn geweest wat betekent dat zorggelden worden misbruikt.

Het voorstel van minister Schippers voorziet in een uitbreiding van de verplichting van zorgaanbieders om, zonder toestemming van de individuele verzekerde, (medische) persoonsgegevens van verzekerden ter beschikking te stellen aan zorgverzekeraars om te onderzoeken of de declaraties van de zorgaanbieder terecht zijn. Gegevensopvraag door verzekeraars kan op basis van het voorstel het volgende inhouden:

1)     Het opvragen van persoonsgegevens met betrekking tot verzekerden zonder dat de verzekeraar inzage heeft in de administratie van de zorgaanbieder;          
2) Het inzien van de administratie van de zorgaanbieder (zoals het raadplegen van een afsprakenagenda) waarbij de verzekeraar geen kennis neemt van diagnosegegevens van zijn verzekerde;
3) Inzage in het complete medisch dossier van een individuele verzekerde, of steekproefsgewijze onderzoek.

 

Hoewel de toegang tot de medische persoonsgegevens door zorgverzekeraars in overeenstemming zou zijn met de Autoriteit Persoonsgegevens en de uitvoering van de controle door zorgverzekeraars strak wordt geclausuleerd en geprotocolleerd vraagt De VerzuimAdvieslijn zich bezorgd af of het belang dat het wetsvoorstel voor ogen heeft maatschappelijk groot genoeg is om de voorgestelde afbreuk van het medisch beroepsgeheim te rechtvaardigen. Helaas blijkt de financiële omvang van de fraude door zorgaanbieders niet helder uit het voorstel, maar in 2015 bleek uit onderzoek van Zorgverzekeraars Nederland dat het van de 505 miljoen euro aan onterecht geconstateerde declaraties  in 98% van de gevallen om vergissingen ging en slechts in 2% van de gevallen om fraude. Los van de indruk dat het wetsvoorstel disproportioneel is valt het bovendien moeilijk voor te stellen dat er niet minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het fraude “probleem” te bestrijden. De VerzuimAdvieslijn heeft geen studie van het onderwerp gemaakt, maar er lijken legio alternatieve oplossingen denkbaar om de vermeende fraude aan te pakken.

Dit alles werpt de vraag op of het voorstel niet strijdig is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin is opgenomen dat inperken van het recht op privacy alleen te rechtvaardigen is als de inperking voorziet in een dringende maatschappelijke behoefte; de inperking geschikt is om het te dienen belang te realiseren;  de inperking voldoet aan de eisen van proportionaliteit en; de inperking voldoet aan de eisen van subsidiariteit, wat het geval is als er geen alternatieven oplossingen denkbaar zijn.  

Hopelijk behandelt de Eerste Kamer het wetsvoorstel van minister Schippers zorgvuldig en weegt het het belang van medisch beroepsgeheim, - en daarmee het belang van recht op privacy -, zeer kritisch af...



Naar boven